Terugblikken naar de toekomst.
30 december 1975 zal je niets zeggen, sommigen (de meesten) onder ons waren waarschijnlijk nog niet geboren? Toch veranderde deze datum heel wat in Belgenland. Het is namelijk de datum van de wet die ervoor zorgde dat er vanaf 1 januari 1977 maar 596 gemeenten meer waren i.p.v. 2.359, uiteindelijk werden het er 589.
De fusie die er voor zorgde dat Wambeek, Ternat en Sint-Katherina-Lombeek samensmolten tot Ternat. Niet direct naar ieders zin. Al 40 jaar geleden, het moment om even stil te staan, terug te blikken maar ook wat vooruit te kijken.
De drie musketiers zijn met vier.
Belleman zoekt drie Ternattenaren op die met de fusie al uit de pampers waren en sociaal actief zodat ze weten hoe het liep in die tijd. Van deze drie gesprekken krijg je op onze site en facebook een mooi verslag. Een mens kan niet genoeg weten of voorbereid zijn. Wie dezer dagen goed tussen de regels van de politieke verslaggeving leest, beseft dat er heel wat voorstanders zijn van een nieuwe fusiegolf. Boer let op je kippen? Of loopt het allemaal zo een vaart niet, zoals zo vaak in ons landje?
Het was tijdens de regering Leo Tindemans (CVP, nu CD&V) dat minister van binnenlandse zaken Joseph Michel (PSC, nu CDH) in 1975 deze wet liet goedkeuren met de gekende gevolgen. De fusie hing al een tijd in de lucht maar toen ze uiteindelijk toch doorging, had deze al zijn impact op de gemeenteraadsverkiezingen van 1976.
Er werd openlijk getwijfeld aan de haalbaarheid op zo een korte termijn. Sommigen noemden het ronduit een politieke zet van de toenmalige CVP die op deze manier in belangrijke gemeenten zijn politieke greep zou versterken. Uiteindelijk verliep alles behoorlijk vlot en achterhaalde de politieke werkelijkheid uiteindelijk wel een eventueel politiek manoeuvre.
Het was niet automatisch zo dat alle kleine gemeenten werden gefuseerd, er bleven ook kleine gemeenten buiten schot. 92 gemeenten ontsnapten aan de ingreep waaronder de 19 Brusselse gemeenten en de faciliteitengemeenten die niet konden fuseren omwille van hun aparte taalregeling. Steden kregen een grotere armslag, Antwerpen kende zelfs in 1982 nog een laatste vrijwillige fusie.
Voor en tegen
Voorstanders van een fusie wijzen op een grotere efficiëntie en zelfs een goedkopere werking van de gemeentelijke diensten. Het zou uiteindelijk het lokaal bestuursniveau versterken. Dit moet deze gemeenten ook een groter politiek gewicht geven in Brussel. In eerste instantie werden ook financiële voordelen gekoppeld aan de bereidheid tot fuseren, dit hielp vele gemeenten over de streep en uit de rode cijfers. Deze voordelen waren echter beperkt in de tijd.
Tegenstanders hebben ook hun argumenten. Een dergelijke schaalvergroting kan de kloof vergroten tussen beleid en burger. Men noemt dit een democratisch deficit omdat men vreest dat de burger of de kleine(deel)gemeentebelangen minder zullen gehoord worden. Een centrale dienstverlening, één plaats voor gemeentediensten, OCMW enz.…, zorgt ook voor minder bereikbaarheid. Voor sommigen is er ook het identiteitsverlies: de kleinere gemeenschap verliest zijn eigenheid in het verplichte grote geheel.
We schrijven 2011 met de toenmalige regering Kris Peeters en met Geert Bourgeois als viceminister-president. Deze laatste herinnerde in een schrijven (dat toen nog geheim en persoonlijk was en nu vrij op internet staat) de Vlaamse regering eraan dat een nieuwe fusiebeweging was opgenomen in het regeerakkoord. De materie was van federaal naar gewestelijk gegaan vandaar de bevoegdheid van Vlaanderen. Voortaan diende de fusie niet langer geregeld door een federale wet maar wel door een Vlaams decreet.
De nota van liefst 16 pagina’s spreekt over een nieuwe golf van vrijwillige fusie. Hierbij is er ook opnieuw sprake van (uitdovende) financiële voordelen voor die gemeenten die willen meedoen.
Als datum stelt Bourgeois 1 januari 2013 voor, dus na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012. Gemeenten die fuseren, zullen ook door een begeleidingsteam ondersteund worden. Uiteindelijk komt hier niets van in huis. Maar wie dacht “ de duif is dood” komt verkeerd uit. Daar fladdert ze opnieuw rond in de politieke geesten van ons Vlaanderen. Een kersverse NV-A-burgemeester uit Londerzeel komt er al eens mee in het nieuws, Liesbeth Homans (NV-A) komt eventjes als verantwoordelijke Vlaamse minister haar fusievoornemen op de VRT verduidelijken. “De duif” leeft maar schuwt soms nog het zonlicht.
In een grote democratische opwelling verklaart Homans dat dergelijke fusie enkel kan op vrijwillige basis want ze wil rekening houden met de eigen beslissingskracht en autonomie van de gemeenten. Een keer iets anders voor een minister die recent nog voor die gemeenten, die geen opslorping van het OCMW in de gemeente wensen, dreigt met financiële sancties. Waarschijnlijk in het kader van de gemeentelijke autonomie? Maar kom, iedereen rekent wel eens op het ultrakorte geheugen van de kiezer.
Feit is dat er reactie komt.
Limburg traag? Vergeet het! Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek waren er als de kippen bij om te komen verklaren dat ze denken aan een fusie van hun twee gemeenten tegen 1 januari 2019. Ze hebben dus nog de tijd om met hun diensten en inwoners de zaak grondig te bekijken. Ze worden zo de grootste gemeente van Limburg met 23.400 inwoners. Het nieuwe financiële voordeel van dit plan kan flink oplopen.
Je ziet, als het zogezegd stil weer is kan er nog een wind opsteken die alles wat door elkaar kan schudden. Een goede zeiler is voorzien op slecht weer.
Willen jullie weten hoe het in onze vroegere deelgemeenten voor de fusie was en hoe onze gefuseerde gemeente ervaren wordt volgens onze musketiers, volg Belleman de komende weken.
(een wat ernstigere) Belleman